Huiveringwekkend zijn de herinneringen aan haar jeugd die cabaretière Karin Bloemen optekent in haar autobiografie ‘Mijn Ware Verhaal’, volgens Party. Daarin beschrijft ze hoe ze van haar achtste tot haar vijftiende op walgelijk onzedige wijze wordt misbruikt door haar stiefvader.
Dat misbruik vond meerdere keren per week plaats. Thuis, voor of na school. En Karin was niet het enige slachtoffer van haar stiefvader. Ook haar twee oudere zussen waren niet veilig voor hem. Verder moet ook haar moeder iets hebben vermoed, want Karin beschrijft in haar boek hoe ze van haar ooit de vraag kreeg of haar stiefvader weleens iets met haar deed “wat een grote man niet met een klein meisje zou moeten doen.
Maar op dat moment durft de jonge Karin haar stiefvader niet te beschuldigen van misbruik. Enerzijds omdat de sfeer in huis, die ze omschrijft als “een kampsituatie”, bedreigend is. Maar anderzijds ook omdat ze bang is om net als haar oudere zus Annelies naar een kindertehuis gestuurd te worden.
